Oikocredit pakt kansen in landbouw

Begrippen ‘fairtrade’ en ‘biologisch’ staan centraal

Het ontwikkelen van landbouw is belangrijk voor de voedselvoorziening en de werkgelegenheid. Oikocredit helpt steeds meer kleine boeren en coöperaties op hun weg naar de (wereld)markten. Carina Torres, landbouwdeskundige voor Oikocredit Peru, geeft een inkijk in haar werk.

Landbouw is een belangrijke speerpunt voor Oikocredit. Carina Torres (40), landbouwdeskundige voor Oikocredit in Peru, legt graag uit waarom. “Peru heeft net als veel andere Latijns-Amerikaanse landen een enorm areaal aan landbouwgrond en het is belangrijk voor zowel de voedselvoorziening als de werkgelegenheid om dat verder te ontwikkelen. Je ziet dat juist kleine boeren en boerenassociaties een sleutelrol spelen in deze ontwikkeling. Vanuit het oogpunt van armoedebestrijding is dat voor ons dus een enorme kans om daar deel vanuit te maken. Met de groei van de productie neemt ook de groei in export van landbouwproducten toe, dus ook daar liggen kansen.”

Carina Torres studeerde economie in Trujillo, een stad aan de kust in Noord-Peru. Hier is ze geboren en opgegroeid. Een van haar eerste banen was ‘loan officer’ bij een commerciële bank. “Hoewel het een commerciële bank was, werden er ook microkredieten verstrekt. In Peru is dat niet ongebruikelijk; we hebben hier een relatief lange historie in microfinanciering. Dat is al begonnen in de jaren 80. Er zijn hier veel microfinancieringsinstellingen die zich richten op de hele kleine ondernemingen en ondernemers en sommige banken hebben dat model ongeveer overgenomen.

Het was voor mij niet een heel bewuste keuze – ik zocht gewoon een baan – maar ik vond het wel meteen ontzettend leuk. Na ruim vijf jaar werd ik moeder van een dochter en moest ik er even tussenuit, maar ik heb daarna wel doelbewust gezocht naar weer een baan in microfinanciering. Ik zocht vooral een baan waarbij ik veldwerk kon combineren met mijn kennis van economie, met name financiële analyse. Mijn specialisatie is de economische ontwikkeling in de landelijke gebieden net buiten de steden.”

Groeiambities

Inmiddels al weer zes jaar geleden werd Carina Torres aangenomen bij Oikocredit Peru. “Dat was net in de periode dat Oikocredit landbouw als speerpunt ging beschouwen en een strategie aan het ontwikkelen was om een belangrijke speler te worden in de waardeketen. Mij werd gevraagd of ik voor een jaartje het landbouwportfolio voor mijn rekening wilde nemen. De groeiambities spraken me aan, dus zei ik ‘ja’. Peru is vooral groot in koffie en cacao. En we groeien snel in de productie en export van biologische bananen. Dan hebben we nog asperges, artisjokken en druiven, producten die vooral uit de kustgebieden komen. Hierin zijn vooral grote, geprivatiseerde bedrijven actief.

Ook dat is een ontwikkeling, maar wel een die we scherp in de gaten moeten houden. Je ziet dat ook in de teelt van quinoa, nog steeds een heel trendy product, maar op een bepaald moment voor de gewone Peruviaan vrijwel onbetaalbaar. Dat had voor een deel te maken met speculatie op de wereldmarkt, vooral nadat de Wereldvoedselorganisatie 2013 had uitgeroepen tot het Internationale Jaar van de Quinoa. De prijzen vlogen omhoog en veel boeren wilden daarvan een graantje meepikken.

Quinoa is populair omdat het heel erg gezond is. Maar de keerzijde is dat er  inmiddels sprake is van overproductie, wat slecht is voor het milieu en de prijsontwikkeling. Aanvankelijk waren alleen Bolivia en Peru actief op deze markt, maar door de geweldige populariteit hebben ook India en veel Afrikaanse landen zich op dit gewas gestort. Wat weer negatief uitpakt voor onze locale telers.”

Complexe business

Voor Carina betekent dit dat ze boeren in Peru en Bolivia helpt hun afhankelijkheid van quinoa weer af te bouwen. “Dat doen we ondermeer door ‘intercropping’, waarbij we boeren stimuleren om naast quinoa ook een ander gewas te gaan telen.”
Al met al is het ‘jaartje landbouwportfolio’ voor Carina Torres uitgegroeid tot een dynamische baan, waarbij ze inmiddels de hele wereld over reist om boeren bij te staan met advies en training. Waarin de begrippen ‘fairtrade’ en ‘biologisch’ centraal staan. “Met name in productie van koffie, cacao en bananen zijn veel goede fairtrade en biologische telers en coöperaties actief. Ze zijn doorgaans goed georganiseerd, hebben hun boekhouding op orde en hebben uitstekend management. Vaak hadden ze ook zelf al lijnen uitstaan naar exporterende partijen en hadden dus al enige kennis van internationaal zaken doen.

Wat ontbrak was de nodige financiering. Landbouw en export van landbouwproducten is voor veel banken riskante en complexe business, dus daar lagen voor ons kansen. Ik ben begonnen met een stuk of vijf boerenassociaties en inmiddels heb ik een groot internationaal netwerk. Eerst in Peru, daarna Colombia, Bolivia en zo verder. En het gaat verder dan financiering. Het gaat vooral om vertrouwen. We begrijpen hun business en staan 24 uur per dag voor ze klaar. We adviseren op vrijwel alle aspecten binnen het proces, van de financiering tot en met de marketing en vanaf het zaaien tot en met het moment dat hun producten ergens, waar ook ter wereld, in de winkel belanden.”